De Songs in De Vlucht van de Raaf
Artiesten A t/m B
Een overzicht om tijdens het lezen nog meer te genieten van deze roman!
Heb je hem al gelezen? Geniet dan nog eens lekker na aan de hand van dit overzicht!
Rik, de hoofdpersoon van De Vlucht van de Raaf, is een echte muziekfreak. Vaak associeert hij gebeurtenissen met songs, die dan ook in het verhaal worden genoemd. Op deze pagina vind je daarvan een overzicht . Elke song gaat vergezeld van de paginanummers waarop ze voor komen, een tekstfragment en een korte toelichting. Als je een spotify-abonnement hebt kun je ze in hun geheel beluisteren, anders slechts een gedeelte, maar dan heb je wel een indruk. Het lijkt wel een vervroegde Top2000!
Dancing Queen
Deel 1 pag. 261-262
Mark had zangles genomen en moest aanvankelijk beginnen met toonladders en kinderliedjes. Nadat hij wat meer gevorderd was werd het oefenmateriaal aangepast....
Terwijl Mark de straat uit reed zette ik de cassetterecorder aan. Tot mijn verbijstering knalde “Dancing queen” van Abba op hoog volume uit de speakers.
‘Godver!’ vloekte Mark boven Agnetha en Anni-Frid uit. Snel drukte hij op de stopknop om hen het zwijgen op te leggen. Hij rommelde wat in een hoopje cassettes dat in het vak achter de versnellingspook lag en viste er één van onze gezamenlijke favoriet Dio uit. ‘Hier, zet dit maar op,' mompelde hij beschaamd.
‘Kom op man, we willen Abba horen!’ riep Eddy lachend vanaf de achterbank.
‘Dat is om te oefenen, moet van mijn zanglerares en het is altijd beter dan die kinderliedjes.’
Bad Boy Boogie
Deel 2 Pag. 138
Irmgard, Riks bloedmooie collega, heeft hem bij haar thuis uitgenodigd. Onzeker over zijn uiterlijk houd hij zijn jasje aan, ondanks de warmte. Wanneer hij er niet meer onderuit kan om het uit te trekken hoort hij deze song in zijn gedachten. Voor alle niet-AC/DC fans: zoek de liveversie van deze song eens op op Youtube en je begrijpt waarom deze song in mijn roman voorkomt, zeker als je bedenkt dat ik dezelfde lichaamsbouw heb als Angus Young, al betreft het in mijn geval meer een bouwval...
‘Ga lekker zitten,' zei Irmgard. Ze trok het gevelbrede overgordijn dicht. Er ging een vreemde trilling door mijn lichaam, alsof ik een akoestische gitaar aan het bespelen was en de vibraties zich vanuit de body voortzetten in mijn buik. ‘Die zon zo pal op het raam maakt het hier bloedheet.’ Ze trok haar jasje uit en gooide het op het andere bankstel. ‘Ik heb zin in een biertje. Wil jij er ook één?’ Ze liep vlak langs me richting de keuken, waardoor ik haar bijna dierlijke geur kon opvangen.
‘Graag, een beetje verkoeling kan geen kwaad.’
‘Waarom hou je dat jasje dan ook aan?’
Door mijn stomme opmerking kon ik er niet meer onderuit om mijn jasje ook uit te doen. Ik nam een gulzige slok van het bier dat ze voor me neerzette en trok het jasje met tegenzin uit. In gedachten hoorde ik “Bad boy boogie” van AC/DC, de song die Angus steevast gebruikte als begeleiding van een hilarische striptease, waarbij hij schaamteloos zijn iele bovenlijf ontblootte voor een duizendkoppig publiek. Even overwoog ik om eenzelfde act neer te zetten om mijn onzekerheid te verbergen, maar ik had geen vlammend gitaarwerk in mijn vingers om de aandacht af te leiden en mijn publiek was ook nog niet beneveld door te veel alcohol.
‘Heb je er weleens aan gedacht om met een ontbloot bovenlijf op te treden?’ Ze begon te lachen. Ik vroeg me af of dat was doordat ik me in een slok bier verslikte, of omdat ze het beeld voor zich zag.
Giving the Dog a Bone
Deel 2 pag. 56
Rik komt opdraven met een nieuwe song voor de pas opgerichte band Iron Horse met als titel "Rock is the Cure". Nelleke vindt het dom van haar man Jack dat hij niet begrijpt waar de tekst over gaat, maar weet zij het dan wel?
‘Goeie tekst,' mompelde Jack.
‘Ik heb het bewust simpel gehouden, past beter bij de muziek.’
De songs van Stonehenge waren niet alleen een wapenwedloop op muzikaal gebied, maar ook tekstueel. Complexe songs met simpele teksten waren volgens Joery not done en ik was het roerend met hem eens. Songteksten met titels als "Giving the dog a bone" pasten uitstekend bij de simpele, recht toe recht aan rampetamprock van AC/DC, maar zouden bij de gesofistikeerde muziek van een band als Rush hun hilarische, van zelfspot doordrenkte ondertoon verliezen en slechts ongepast en banaal overkomen. De song die ik nu inbracht was allesbehalve verfijnd en zo eenvoudig dat ik het nog niet zou hebben durven spelen tijdens het opwarmen voor een Stonehenge-oefensessie. Het was duidelijk geënt op de muziek van The Rolling Stones, met hetzelfde simpele slaapkamerritme dat tekstschrijvers als Mick Jagger en Bon Scott, de veel te vroeg overleden poëet uit de beginjaren van AC/DC, had geïnspireerd tot uitermate dubbelzinnige teksten. Geheel in stijl had ik de de song voorzien van een tekst die door iedereen met een enigszins dirty mind uitstekend begrepen kon worden.
‘Waar gaat het eigenlijk over?’ vroeg de zanger.
‘Dat begrijp je toch wel?’ reageerde Nelleke. ‘Het gaat erover dat rock-’n-roll het medicijn is om je jong en gezond te houden.’
Goodbye and Good Riddance to Bad Luck
Deel 2 pag. 229
Platenbaas Hans de Vos deelt zijn afkeer van Nelleke, de vrouw van de zanger van Iron Horse, met Rik. Voor Rik is zij een sta in de weg bij het bereiken van zijn doel, vooral ook omdat hij denkt dat ze met de even ambiteuze toetsenist Ronald tegen hem samenspant. De Vos wil het liefst zo snel mogelijk van haar af en durft de confrontatie met haar wel aan. Wanneer Jack en Nelleke even de kamer hebben verlaten zegt hij Ronald de waarheid.
De uitroep 'oetsj' is afkomstig van AC/DC-zanger Brian Johnson, die dit tijdens liveconcerten te pas en te onpas roept.
‘Nu Jack toch even nog meer dan anders afwezig is kan ik dit wel zeggen,' ging hij verder. ‘Hij zit dan wel ontzettend onder de plak, maar ik ben ervan overtuigd dat hij net zo graag als jij een contract wil. Als zij hem als een soort chantagemiddel wil gebruiken zal ik haar met alle plezier uit haar droom helpen, laat dat maar aan mij over.’
‘Ja, maar...'
‘Eigenlijk hoop ik dat ze dat gaat proberen. Geloof me, ik zal er wel voor zorgen dat Jacks ballen eindelijk gaan indalen.’ Hij greep ter illustratie stevig in het kruis van zijn witte bandplooibroek. ‘Als ik deze jongens voor de neus van die verwaande muts laat bungelen bindt ze wel in. Sterker nog, dan zet ze het op een lopen! Dan is het goodbye and good riddance, oetsj!’ Hij gaf me weer een vette knipoog.
'"Goodbye and good riddance to bad luck!"' lachte ik. ‘Geweldige song!’
De platenbaas stak zijn duim naar me op. ‘Kijk, daar hou ik nu van. Iemand die zijn klassiekers kent,' zei hij tegen Ronald, die me niet begrijpend aankeek.
Hells Bells
Deel 1 pag. 214
Zoals elke hardrockband in de jaren 80 moest Riks band Stonehenge een eigen monster op het podium hebben. Met de nodige huisvlijt werd een levengroot gedrocht gemaakt, dat tijdens de song "The mask of the red death" moest opkomen. Onderstaande scène is ontleend aan waargebeurde feiten. De song heb ik daadwerkelijk geschreven en werd ook live gespeeld door een band waarin ik speelde die ook Stonehenge heette (waarmee overigens alle overeenkomsten ophouden). De tape heb ik destijds daadwerkelijk op de hieronder beschreven manier gemaakt...
Het zou een waar spektakel worden. Halverwege de song was er een intermezzo waarin een tape afgespeeld zou worden waarop een kerkklok te horen was die twaalf keer sloeg. Tijdens dat klokgelui zou een lugubere stem te horen zijn die een gedicht voordroeg in quasi middeleeuws Engels. Ik had de tape thuis gemaakt, waarbij ik op ingenieuze wijze het klokgelui van de AC/DC-kraker “Hells bells” had gekopieerd en mijn eigen stem, vervormd door een effectapparaat, daar overheen opgenomen. Om het geheel nog indrukwekkender te maken zou Nico het podium op dat moment belichten met
uitsluitend rode lampen om de sfeer nog naargeestiger te maken.
Klik op de player hieronder om de geluidstape te beluisteren.
Highway to Hell
Deel 1 pag. 27
Motto deel 2
De eerste keer dat Rik zijn gitaar op zijn National-versterker aansloot was aanvankelijk teleurstellend, totdat hij het volume op tien zette...
Enthousiast sprong Eddy op, haalde snel zijn nieuwe AC/DC elpee uit de kast en legde hem op de van een zus geleende plastic mono platenspeler. Even later schalde “Highway to hell” door de slaapkamer en rende ik, meespelend met de muziek, als een idioot door de slaapkamer. Ik raakte zo in vervoering van mijn spel, of liever, van dat van mijn idool Angus Young, dat ik vergat dat mijn gitaar, in tegenstelling tot die van Angus, met een veel te kort krulsnoer was verbonden met mijn versterker. Mijn euforische roes werd dan ook ruw verstoord toen de versterker voor de ogen van mijn verbijsterde broertjes door de kamer werd gelanceerd, doordat het tot het uiterste uitgerekte gitaarsnoer zich plotseling begon te gedragen als het elastiek van een katapult.
It's a long way to the top (If you wanna rock 'n' roll)
Motto van Deel 1
Je zou haast gaan denken dat Bon Scott de titel van deze song had gekozen met "De Vlucht van de Raaf" in gedachten!
Heaven and Hell
Deel 2 pag. 342
Wat zangers betreft is Ronnie James Dio mijn absolute idool, en ook die van Rik, Mark en Eddy. Dio betekent God, een toepasselijke naam voor zo'n grote (kleine) zanger. Tijdens een autorit in Ierland hoort Rik deze song. Een symbolische scène...
Ik zet de radio aan om mijn melancholieke gedachten niet meer te hoeven horen. Flarden van een Ierse jig, nauwelijks hoorbaar door een hevig gekraak en geruis, komen uit de speakers. Met alleen mijn linkerhand aan het stuur draai ik aan de afstemknop van de radio. Het geruis neemt toe, totdat plotseling luid en duidelijk het loodzware intro van Black Sabbath's klassieker "Heaven and Hell" door de auto klinkt. Stomverbaasd dat dit nummer hier op de radio wordt uitgezonden luister ik naar Tony Iommi's gitaargeluid, zwaarder dan de metaalpers waaronder hij ooit twee vingers verloor, dat na twaalf maten uitsterft om plaats te maken voor de stem van God:
"Sing me a song, you're a singer"
The Mob Rules
Deel 1 pag. 171
Dirk Wagenmaker, de baas van de studio waar Riks band Stonehenge hun demo opneemt, wil per se dat Eddy het drumstel van de studio gebruikt. Om Dirk te dwingen Eddy's kit in te zetten doet Mark alsof hij connecties heeft met een maffiabaas. Rik denkt overigens ten onrechte dat de tekst van "The mob rules" over de maffia gaat...
Na een half uur vruchteloos geklungel was Mark het zat. ‘Dit is hopeloos. Ik denk dat ik Salmonelli maar ga bellen om de deal af te blazen. Hier wordt niemand vrolijker van.’
‘Nee, nee, wacht nog even!’ haastte Dirk zich te zeggen, terwijl zijn rossige piekhaar nog meer begon af te steken tegen zijn steeds bleker wordende gelaat. ‘Misschien is het een goed idee als Eddy zijn eigen drumstel gebruikt.’
Door de ommeslag in Dirks opstelling begreep ik plotseling waarom Mark zo zelfverzekerd had beweerd dat we geen enkel risico zouden lopen. In mijn hoofd hoorde ik Ronnie James Dio “The mob rules” zingen, en bedacht me dat de titel van deze song van Black Sabbath wel erg toepasselijk was voor de situatie waarin we ons bevonden.
The Times They Are a Changin'
Deel 1 pag. 267
Rik vindt het eigenlijk niet nodig om, voorafgaand aan de oprichting van Iron Horse eerst kennis te maken met de beoogde leden. Blackmore is zijn grote voorbeeld. Het is niet de eerste keer dat Rik zijn gedrag probeert te kopiëren.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de regel, maar over het algemeen was ik van mening dat een explosieve sfeer in een band resulteerde in opwindende muziek. Het was in mijn ogen geen toeval dat het uiterlijk van de twistzieke despoot Ritchie Blackmore, vanaf het moment dat zijn vriendin de zangeres werd van zijn nieuwe band, was getransformeerd van een zwarte gitaarmagiër tot een Leprechaun. Nog erger was dat zijn muziek een bijpassende verandering had ondergaan en uitstekend dienst zou kunnen doen als de soundtrack van een Kabouter Plopfilm. Diverse keren had ik vanaf de voorste rij vol ontzag toegekeken hoe de gitarist tijdens zijn achteloos gespeelde solo’s probeerde de op dat moment dienstdoende zanger met zijn blikken te doden. Het was dan ook een deceptie “The Man in Black”, lieflijk glimlachend naar zijn geliefde, zijn luit te zien beroeren. Een luit! Geen afgeragde, witte Fender Stratocaster die de muur van Marshalls haast deed ontploffen, maar een delicaat, middeleeuws instrument dat de gebruikelijke, minstens vijf minuten durende brute gitaarsloopact aan het eind van het concert, zou versplinteren tot één enkele seconde. Nee, het was voor mij van ondergeschikt belang of ik met Jack of Gerard op zou kunnen schieten.