De Songs in De Vlucht van de Raaf
Artiesten S t/m Z
Een overzicht om tijdens het lezen nog meer te genieten van deze roman!
Heb je hem al gelezen? Geniet dan nog eens lekker na aan de hand van dit overzicht!
Rik, de hoofdpersoon van De Vlucht van de Raaf, is een echte muziekfreak. Vaak associeert hij gebeurtenissen met songs, die dan ook in het verhaal worden genoemd. Op deze pagina vind je daarvan een overzicht . Elke song gaat vergezeld van de paginanummers waarop ze voor komen, een tekstfragment en een korte toelichting. Als je een spotify-abonnement hebt kun je ze in hun geheel beluisteren, anders slechts een gedeelte, maar dan heb je wel een indruk. Het lijkt wel een vervroegde Top2000!
Theme from New York, New York
Deel 2 pag. 311
Rik hoort tijdens het eten een quiz waarin een fragment van deze song wordt afgespeeld. Sinatra zong dat hij het overal kon maken, maar het roept bij Rik alleen maar de vraag op of hij het wel kan maken in Ierland...
Frank Sinatra! Ik had altijd al een afkeer gehad van de zogenaamde crooner, een term die door fans vaak wordt gebruikt als een soort keurmerk, zonder te beseffen dat het afkomstig is van de term crooning, dat letterlijk vertaald kreunen betekent, wat ik altijd deed als ik hem onverhoopt hoorde zingen. Van al zijn songs had ik nog het meest een hekel aan “New York, New York”, bovenal omdat het zo’n deuntje is dat zo goed in het gehoor ligt dat het niet uit je hoofd te krijgen is.
Still loving You
Deel 2 pag. 60
De Scorpions... Tja, fantastische band, goeie zanger. maar dat accent... Het heeft mij ervan weerhouden om ooit iets van hen aan te schaffen. Dit, samen met mijn liefde voor de tv-serie "Allo Allo", en je begrijpt dat deze scène wel uit mijn pen moest vloeien! Als je de serie niet kent: die is zo flauw dat het weer leuk wordt, en briljant doordat de verschillende nationaliteiten allemaal consequent hun eigen Engelse uitspraak gebruiken.
Eddy tikte af en weer klonk “Rock is the cure” door de oefenruimte.
Tijdens het refrein hoorde ik dat Ronald de artistieke vrijheid nam om een tweede stem te zingen. Het klonk niet slecht, maar zijn bekakte stem maakte het ook enigszins lachwekkend. Het deed me denken aan Klaus Meine, de zanger van de Duitse hardrockband Scorpions, wiens Engels een Duits accent had zwaarder dan een Königstiger-tank, waardoor je op het moment dat je je ogen sloot om weg te zwijmelen bij hun rockballad “Still lovingyou” het weinig romantische beeld van een zingende Herr Flick uit de serie “‘Allo ‘Allo” voor je zag.
The River
Deel 1 pag. 152
Rik heeft een nieuwe podium-outfit aangeschaft. Zjn collega Irmgard vind dat hij pas echt zichzelf is als hij in het dagelijks leven hetzelfde draagt als op het podium. Om indruk op haar te maken gaat hij dat ook doen, maar gemakkelijk is het niet...
Ik dacht aan de nieuwe rage die in die tijd zijn lelijke kop begon op te steken, waarbij jongens in houthakkershemden en gewone spijkerbroeken het podium betraden, als een soort tegenreactie op de steeds meer verwijfde outfits van de zogenaamde hairmetalbands. Ik haatte die nieuwe stroming die grunge werd genoemd. Ik verafschuwde de sjofele kleding waarin ze optraden en het even sjofele geluid dat ze voortbrachten, met hun gitaar geluid dat me deed denken aan mijn oude National-versterker. Het leken allemaal nakomelingen van Bruce Springsteen, de hillbilly die legendarisch zou zijn geweest als hij was overleden na het uitbrengen van “The river”, het naar mijn mening enige meesterwerk in zijn veel te uitgebreide repertoire. Zijn eindeloos durende concerten deden me afvragen hoe het toch kon dat het publiek steeds maar weer om een toegift vroeg, in plaats van hem te smeken er een eind aan te maken.
Voor die grunge-jongens was het gemakkelijk om op het podium en in het dagelijks leven dezelfde kleding te dragen. Het vergde veel meer zelfvertrouwen met een extravagante podiumoutfit zoals ik die me had laten aanmeten naar kantoor te gaan, hoezeer ik ook vond dat Irmgard gelijk had.
Happy for a While
Deel 2 pag. 188, 191-193, 200
Deze song komt letterlijk in De Vlucht van de Raaf voor, als onderdeel van het repertoire van Riks band Iron Horse. De opname die je hier kunt beluisteren is afkomstig van de officiële demo "The Last Season" van The Stag.
Eddy was al aan het aftikken en even later barstten we los met “Happy for a while”, een song over hooggespannen verwachtingen die liefdesrelaties zo gecompliceerd kunnen maken. Ik had voorgesteld met dit nummer te openen in plaats van het gebruikelijke “Rock is the cure”. Gelukkig hadden de jongens ingestemd zonder me naar de reden te vragen. Jack had me nog gevraagd of hij het aan mocht kondigen met de opmerking 'this is not a lovesong' maar dat had ik hem uit zijn hoofd kunnen praten, al had het me verbaasd dat juist hij de dubbele bodem in wat op het eerste gehoor een liefdesliedje leek had ontdekt.
Tekst en Muziek © Rein Menke
The Raven
Deel 2 Pag. 196, 197
Deze song wordt niet letterlijk genoemd in mijn roman, maar feitelijk stond "The Raven" figuur voor "Swallow". De uitvoering die je hier kunt beluisteren is de demo, zoals ik die liet horen aan de band nadat ik deze song had geschreven. In mijn eentje opgenomen op mijn slaapkamer met een synthbass, drumcomputer, slag- en sologitaar, in de tijd dat Gary Moore furore maakte met "Still got the blues". Zie ook Albatross.
"Swallow" was een instrumentaal nummer dat ik twee weken daarvoor had geschreven, een ballad in driekwartsmaat met een voor mijn doen ongewoon romantisch klinkend thema.
Muziek © Rein Menke
Rock is the Cure
Deel 2 pag. 56, 60, 102, 142, 188
Dit is de eerste song die Rik voor Iron Horse schreef en was hun vaste openingsnummer. In werkelijkheid was het ook de standaard opener van alle concerten van The Stag. Echter, het was de tweede song die ik voor The Stag schreef. In onderstaande scène introduceert Rik de song bij de bandleden van Iron Horse. Jack en zijn vrouw Nelleke discussiëren over de betekenis van de tekst.
Geheel in stijl had ik de de song voorzien van een tekst die door iedereen met een enigszins dirty mind uitstekend begrepen kon worden.
‘Waar gaat het eigenlijk over?’ vroeg de zanger.
‘Dat begrijp je toch wel?’ reageerde Nelleke. ‘Het gaat erover dat rock-’n-roll het medicijn is om je jong en gezond te houden.’ Het was duidelijk dat ze het maar dom vond dat hij dat niet begreep. De titel "Rock is the cure", in combinatie met het veelvuldig gebruik van de term rock-’n-roll, maakte deze uitleg van de tekst aannemelijk voor iedereen die niet wist dat rock-’n-roll, in de straattaal van de zwarte Amerikanen in de jaren twintig van de twintigste eeuw, een heel andere betekenis had.
Tekst en Muziek © Rein Menke
The Lion sleeps tonight
Deel 1 pag. 70
De gesprekken tussen Rik en zijn mental coach Ria verliepen moeizaam, omdat Ria vaak bleef doorvragen over zagen waar Rik het niet over wilde hebben. Het deed hem denken aan de videoclip van Tight Fit. In onderstaande scène heb ik het sarren van de leeuw een beetje aangedikt: er is geen bewijs dat het dier daadwerkelijk met een stok werd geprikt, maar zijn getergde reacties in combinatie met het stokje dat op 2:44 in beeld verschijnt, tonen aan dat het de Dierenbescherming was die lag te slapen.
'En dat kwam jou wel goed uit.'
'Jezus!' Haar gepor in deze kwestie had dezelfde uitwerking op me als het stokje op de versufte, gekooide leeuw in de videoclip van “The lion sleeps tonight”, waarmee het arme dier in zijn zij werd gepord om het te agiteren. 'Het vertrek van Herman had niks met Lea en mij te maken!'
'Een gevoelig onderwerp?' Ze zei het rustig, maar met een veelzeggende blik. 'Misschien is het beter om het vandaag maar voor gezien te houden.'
You'll Never Walk Alone
Deel 2 pag. 47
De kennismakingsbijeenkomst van de leden van Riks nieuwe band Iron Horse vindt plaats in een kroeg. Tot Riks ergernis heeft Jack zijn vrouw Nelleke meegenomen. Het is afkeer op het eerste gezicht. Rik vindt dat ze zich overal mee bemoeit, maar nergens verstand van heeft... (zie ook Gerry and the Pacemakers).
Inmiddels was het promillage in het bloed van het in de kroeg aanwezige volk dermate hoog dat de barman het tijd vond om "You’ll never walk alone" te draaien, waarop iedereen uit volle borst begon mee te lallen. Nu was deze oude hit van Gerry and the Pacemakers al vaker onteerd door een hele reeks van bekende en minder bekende artiesten, maar deze versie van Lee Towers spande wat dat betreft de kroon, al deden de aanwezigen hun best om het nog erger te maken.
‘Geweldige versie, vind je niet?’ gilde Nelleke in mijn oor. Ze was dermate aangeschoten dat ze in mij inmiddels een geschikte gesprekspartner zag.
‘Nou, ik vind het maar ruk. Die versie van Johnny Cash is beter, maar het blijft een waardeloos nummer.’ Ook al was het de waarheid, ik had net zo goed kunnen zeggen dat de versie van Johnnie Walker de beste was.
Lights Out
Deel 2 pag. 39
Ronald en Rik organiseren een eerste kennismakingsbijeenkomst met alle leden om elkaar, zonder instrumenten, al een beetje te leren kennen. De titel "Lights Out" is straattaal voor iemand knockout slaan. De zanger van UFO, Phil Mogg, was inderdaad ooit profboxer. Mocht je het niet geloven, vraag het dan aan zijn ex-gitarist Michael Schenker.
Eigenlijk vond ik het onzinnig om eerst een soort vergadering te beleggen om te zien of we elkaar wel zouden mogen. We waren tenslotte een rockband. Jack Stads zou niet de eerste zanger zijn die de bescheidenheid zelve was, totdat hij de indruk kreeg dat hij de grootste had, omdat het klapvee voor het podium dat baseerde op het formaat van zijn microfoon. Zo kon ik iemand als Ronald alleen verdragen als hij achter een piano zat en verder zijn mond hield, wat voor mij echter geen enkel beletsel vormde om een muzikale samenwerking op te starten. Er waren immers voorbeelden te over van beroemde bands waarvan de leden elkaar in het dagelijks leven geen blik waardig gunden, om maar niet te spreken van acts als UFO, waarvan de zanger zijn vroegere ambacht profbokser zo nu en dan nog uitoefende op de neus van zijn zeven jaar jongere leadgitarist, een feit dat zomaar geleid zou kunnen hebben tot de toepasselijke titel “Lights out” van één van hun succesalbums.
With or Without You
Deel 1 Pag. 245
Net als de gitarist Nigel Tufnel van de gefingeerde band Spinal Tap vindt Rik Dm de meest trieste toonsoort die er bestaat. Tijdens een sessie met Ria, waarin Riks emoties over één van zijn bandleden hem te veel worden, komt echter deze song in hem op...
Ria knikte instemmend, met een empathische blik die ik naar mijn gevoel niet verdiende. ‘Je kon niet met hem, maar ook niet zonder hem,' concludeerde ze. Ergens in mijn achterhoofd zette U2 “With or without you” in, de hit die on-
danks de toonsoort D majeur waarin het was gezet bij mij altijd uitstekend dienstdeed als instant tranentrekker. Ook dit keer deed de zalvende, prevelende zang van Bono zijn werk, resulterend in de handeling die ik zo verafschuwde: het aanpakken van de door Ria met begripvolle blik aangereikte doos met tissues.
Smurfenlied
Deel 2 pag. 31
Rik vertelt Eddy over de producer, peetoom van basgitarist Gerard, die de band aan een platendeal gaat helpen. Eddy heeft zo zijn bedenkingen...
‘Wie is die producer eigenlijk? Het is toch niet Pierre Kartner, mag ik hopen?’ vroeg Eddy verschrikt. ‘Ik verrek het om Nederlandstalige shit te gaan spelen!’ De associatie met de schepper van “het Smurfenlied” toverde een beeld van Ronald voor mijn geestesoog, gezeten achter zijn piano met een smurfenmuts op zijn hoofd, een attribuut dat hij goed
zou kunnen gebruiken om zijn al kalende knar te verbloemen.
‘Het zou Ronald anders goed uitkomen,' grinnikte ik.
‘Hoezo?’
‘Nou, Ronald baalt nogal van zijn kale kop. Als Pierre...’ Ik maakte mijn zin niet af, in het besef dat mijn broer er nu de humor niet van in zou kunnen zien.
Hij keek me geïrriteerd aan. ‘Nou, voor de draad ermee! Wie is het?’
‘Hij is echt een grote in de platenindustrie.’ Ik begon weer zenuwachtig te lachen en probeerde de, gezien Hans de Vos’ omvangrijke pens, ongelukkig gekozen term ‘grote’ uit mijn hoofd te zetten, uit vrees de slappe lach te krijgen. ‘Zijn naam is Hans de Vos, weleens van gehoord?’
Triomfmars uit Aïda
Deel 1 pag. 217
Ooit speelde ik in een hardrockband die ook Stonehenge heette, net als Riks tweede band. Onderstaande scène heb ik gebaseerd op het feit dat die band daadwerkelijk deze muziek als introductie voor hun concerten afspeelde.
Even later klonk de introductiemuziek, enigszins overmoedig de “Triomfmars” uit Verdi’s “Aïda”, door de speakers. We namen onze plaatsen in, vooraf zorgvuldig bepaald alsof we een voetbalteam waren. Mark stond uit het zicht van het publiek aan de rechterkant van het podium zodat hij de gordijnen open kon trekken, terwijl Joery aan de andere kant klaarstond, zijn basgitaar in de aanslag alsof het een geweer was. Ik keek naar Eddy die als een koning op zijn troon op het drumpodium zat, omgeven door het drumstel dat ik ogenschijnlijk onbaatzuchtig voor hem had gekocht.
Suzanne
Deel 2 pag. 140
Deze scène is geboren uit mijn grote afkeer voor dit liedje, een song kan en wil ik het niet noemen... Wanneer Irmgard Rik bij haar thuis uitnodigt, hoopt hij dat de vonk eindelijk eens zal overslaan. Ondanks zijn onzekerheid denkt hij toch een kans te krijgen, omdat haar vriend Wesley niet thuis is. Totdat de telefoon overgaat...
Men zegt dat alles wat je ooit hoort of ziet onuitwisbaar ligt opgeslagen in je geheugen. Helaas gold dit ook voor het lied “Suzanne” van V.O.F. de Kunst, dat ik ooit in de diepste krochten van mijn herinneringen had weggestopt en nu werd opgediept door het even irritante gerinkel. Ik hoorde Nol Havens, door Mark steevast Snol Havens genoemd, in zijn Brabantse accent zingen over iemand die verkeerd verbonden was. Zijn stoorzender was tenminste nog een onbekende met te dikke vingers, de mijne bleek Wesley te zijn. Als Suzannes stemming al bekoeld werd door een onbekende, dan zou Wesleys telefoontje al helemaal weinig bijdragen aan die van Irmgard.