Onrust

De straten en de pleinen in mijn hoofd

zijn drukbevolkt, ik wurm mij door 't gedrang

Alsmaar op zoek naar jou, mijn zinnen zijn verdoofd

door oorverdovend klokgetik en koperen gezang

 

In eender welk gezicht dat ik aanschouw op straat

zie ik jouw lach, maar met een ruwe schok

komt het besef terwijl ik met jou praat

dat ik jouw stem niet hoor door het tikken van de klok

 

De deuren die ik in mijn dromen open maak

brengen mij steeds naar kamers waar jouw geur

als wolken wierook waait, maar steeds als ik ontwaak

vervaag je als een schim, verlies je alle kleur

 

En soms raak ik verdwaald in wijken waar de schrik

in stegen huist, waar achter elke deur

de twijfel resideert, waar ieder ogenblik

de straat weer kan vervallen tot chaos en terreur

 

waar rovers met geweld mijn allerliefst bezit,

mijn levenslust, de zin van mijn bestaan

beschouwen als een prooi die in een valstrik zit

gevangen als een weerloos dier in 't schijnsel van de maan

 

Gelukkig red jij mij steeds weer van de ondergang

als jij jouw arm weer om mijn schouders slaat

Dan lopen wij tezamen in stilte urenlang

terwijl het uurwerk van de klok geen tel meer verder gaat

© Rein Menke

Beoordeel dit gedicht

Rating: 0 sterren
0 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.